De gelijkstroomdynamo is de makkelijkst toepasbare dynamo. Voor de eerste windgeneratoren werden gelijkstroomdynamo's gebruikt. De bekende succesvolle Jacobs-molens uit de V.S. hadden een zes polen (magneetpolen) gelijkstroomdynamo. Kenmerkend voor de gelijkstroomdynamo is een stalen huis met twee of meer elektromagneten.
Tussen de stilstaande elektromagneten draait het anker. Daarin wordt een wisselspanning opgewekt. Van deze wisselspanning wordt door de collectoren de koolborstels een gelijkspanning gemaakt (gelijkrichten). Tussen de dynamo en de accu zit een regelaar. Die bestaat uit een terug stroombeveiliging en een stroom en spanningsregelaar. De terugstroombeveiliging bestaat uit een relais. Dit relais wordt door de spanning van de dynamo "dichtgetrokken", zodat de dynamo met de accu wordt verbonden en de stroomlevering kan beginnen. Wanneer de spanning van de dynamo te laag wordt, schakelt de teruglopende stroom via het relais de accu weer af. Er kan dan verder geen stroom meer teruglopen, zodat de op gespaarde energie in de accu blijft. Voor dit doel is ook een diode te gebruiken. Een diode laat de stroom maar in een richting door; de doorlaatrichting. De andere richting laat geen stroom door en heet sperrichting. De stroom kan door de diode wel in, maar niet meer uit de accu lopen. Om beschadiging van de dynamo bedrading door te hoge stromen te voorkomen is een stroomregelaar nodig. Ook de spanning mag niet te hoog worden. De spanningsregelaar voorkomt te hoge spanningen, door de veldstroom kleiner te maken. Als de spanning te hoog oploopt onder breekt de regelaar een moment de veldstroom, waardoor het magneetveld afneemt en daardoor ook de opgewekte spanning. De veldstroom wordt pas weer naar de elektromagneten doorgelaten als de spanning voldoende is gedaald. Dit proces van doorlaten en onderbreken verloopt zo snel dat een constante spanning verkregen wordt. Ook de stroomsterkte wordt op een dergelijke manier in de hand gehouden. Vier, zes en meer polen gelijkstroomdynamo's beginnen bij zeer lage toerentallen stroom te leveren. Zo kunnen sommige vier polen gelijkstroomdynamo's bij 550 omwentelingen per minuut al een vermogen leveren van 60 watt. Door dit lage toerental is een directe koppeling met een rotor soms mogelijk. Hierdoor spaart men een overbrenging uit.
Samengevat heeft het toepassen van een gelijk stroomdynamo de volgende voor en nadelen:
Voordelen:
- zonder extra schakelingen direct toepasbaar
- laag toerental gebied (geldt in het bijzonder voor meer polige dynamo's)
- gunstige vermogensopbouw
Nadelen:
- veel onderhoud (koolborstels, collector)
- zwaar
- in vergelijking tot wisselstroomdynamo's lager vermogen bij dezelfde afmetingen
- nieuwe zijn duur
- tweedehands moeilijk te vinden